Gemeentebestuur verhoogt belastingen fors, beleidsplannen blijven vaag

De bestuursmeerderheid van Samen en cd&v keurde maandagavond een forse belastingverhoging goed. De aanvullende personenbelasting stijgt met 25 procent, en ook de onroerende voorheffing gaat drastisch omhoog.

Bij de voorstelling van de belastingverhoging op de gemeenteraad van 27 januari bleek dat de meerderheid nog altijd geen beleidsplan kon voorleggen. Schepen van Financiën Bert Meulemans (cd&v) hield bovendien voor de tweede keer een essentieel document achter. “Een debat op basis van feiten was dus niet mogelijk”, hekelt fractievoorzitter Hans Crol.

Vage voornemens

“Het is duidelijk dat Boortmeerbeek een investeringsachterstand moet inhalen. En dat daar extra budget voor nodig is, begrijpen we allemaal. Maar er zijn fundamentele problemen met de manier waarop deze verhoging wordt doorgedrukt,” zegt Hans.

De N-VA-fractie pleitte er daarom voor om eerst ten gronde uit te zoeken hoeveel geld er de komende jaren effectief nodig is, op basis van een gedetailleerd beleidsplan. “De meerderheid blijft echter steken bij vage voornemens zonder concrete plannen”, zegt Hans. “Transparantie ontbreekt volledig. We hebben geen enkele reden om hun aanpak te vertrouwen.”

Omdat de meerderheid geen oren had naar een uitstel van de stemming stelde gemeenteraadslid Rodrigue Bijlsma een geleidelijke belastingverhoging voor. “Zo zouden we de komende jaren kunnen bijsturen op basis van de werkelijke financiële noden van de gemeente”, zegt hij. Maar ook dat voorstel negeerde de meerderheid.

Geen transparantie, geen inspraak

Het resultaat: een belastingverhoging zonder enige transparantie en zonder enige inspraak. De nieuwe aanslagvoet voor de aanvullende personenbelasting stijgt van 5,8 naar 7,2 procent en wordt met terugwerkende kracht berekend op het inkomen van 2024. De opcentiemen op de onroerende voorheffing stijgen van 725 naar 850.

Fractievoorzitter Hans Crol is duidelijk: “Dit is een blanco cheque. Inwoners moeten fors betalen zonder dat ze weten waar hun geld naartoe gaat.”